BLIK OP CORONA | #5 Het grote corona communicatiedebat, deel II: een vooruitblik

In ons artikel ‘Het grote corona communicatiedebat, deel I: een overschouwing’, reflecteerden we vanuit vier invalshoeken op de gevoerde coronacommunicatie in Vlaanderen. Conclusie was dat de diverse actoren in de coronadialoog zowel successen kenden als fouten maakten, maar dat dat ook eigen is voor een crisisperiode die ons overkwam en waarvoor geen kant-en-klaar scenario bestond. Wel is het essentieel om lessen te trekken uit het verleden, dit ter optimalisatie van de communicatie en – wie weet – eventueel zelfs in functie van een tweede golf van de pandemie in ons land. Na de beschouwing volgt hieronder dan ook een advies omtrent de blik vooruit op de Covid-19 communicatie.

Tijdens ‘het grote corona communicatiedebat’ lieten drie experts hun licht schijnen over de Covid-19 communicatie van afgelopen maanden: politiek journalist Ivan De Vadder, voormalig directeur van pharma.be en professor Public Affairs aan de KULeuven Stefaan Fiers en professor Digital Strategies aan de UGent en managing partner bij Callebaut Collective Sarah Steenhaut analyseerden de communicatie-aanpak van de media, politiek, bedrijfswereld en medisch-wetenschappelijke wereld. De experts belichten de communicatie vanuit hun domeinen, maar formuleerden uiteindelijk ook een gezamenlijk advies omtrent de toekomstige coronacommunicatie. Want niet alleen is de pandemie nog niet voorbij, ook bestaat de kans nog altijd dat we een tweede golf meemaken en het land terug in strikte veiligheidsmodus moet. En dan zal een sterkte communicatie met een breed draagvlak meer dan ooit het verschil maken.

Vier bouwstenen voor een sterke communicatie

Om ons degelijk voor te bereiden op een eventuele heropflakkering van het virus, zetten we vier communicatieve bouwstenen centraal: de risico-inschatting, de ambiguïteit, de complexiteit en de sociaal psychologische gerichtheid van de informatie. Het evenwicht tussen deze vier maatstaven bepaalt de mate waarin de burger met de onzekerheid van de crisis zal kunnen omgaan en is bijgevolg beslissend voor het succes van de coronacommunicatie.

Risico-inschatting

Hoe groots of kleinschalig positioneren we de dreiging? Het is een optie om het risico erg breed neer te zetten met als bedoeling de ernst van de situatie dieper te laten doordringen bij de burger, maar bijgevolg is de kans ook groot dat we op die manier een massahysterie creëren met alle gevolgen van dien. Afhankelijk van de status van de pandemie zal hier het juiste evenwicht in moeten gevonden worden, in combinatie met de hieronder genoemde factoren.

Ambiguïteit

Veel informatie geven is niet altijd de beste communicatiestrategie. Een veelheid aan informatie kan immers leiden tot onduidelijkheid, ontoereikende of tegenstrijdige input. Denk maar aan de berichtgeving rond de verspreiding van het virus dat eerst klaarblijkelijk op oppervlakken scheen te blijven leven maar daarna vooral besmettelijk bleek via de lucht. Deze tegenstrijdigheden creeëren onduidelijkheid en hebben vooral een grote impact op het gedrag van de mensen, die ofwel volledig in paniek raken ofwel omslaan in een je m’en foutisme.

Transparantie is goed, maar ambiguïteit moet vermeden worden. Bovendien kan communicatie enkel efficiënt zijn als het een duidelijke visie uitstraalt en een eenduidige richting aangeeft. Opgepast ook voor een overdaad aan informatiefrequentie: op een gegeven moment kan het emotioneel te veel worden en kan ook dat zich in gedrag vertalen. Het is beter om bepaalde informatie geconsolideerd, zowel inhoudelijk, qua bronnen als qua frequentie, te brengen. Soms is less wel degelijk more.

Complexiteit

Als het te moeilijk wordt, gaan mensen vluchten. Het is belangrijk dat de communicatie een doorvertaalde, toegepaste variant van het nieuws vertelt. Aan complexe uitleg en vakterminologie heeft de gemiddelde Vlaming niets, want hij kan de vertaalslag naar zijn situatie niet maken en bijgevolg niet inschatten in hoeverre het relevant voor hem is. Om escapisme te vermijden is het cruciaal om complexe materie in hapklare brokjes te brengen.

Een sociaal psychologisch gerichte communicatie

We haalden het in deel I al aan als de grootste fout van de eerder gevoerde coronacommunicatie, maar het kan in de toekomst ook het succes ervan bepalen: de nood aan een sociaal psychologisch bewustzijn. Communicatie die enkel focust op de opgelegde regels en van de burgerzin uitgaat voor het respect van diezelfde regels, werkt niet. Er is nood aan een breder draagvlak waarbij men inspeelt op de individuele psychologie van de subgroepen, zoals bijvoorbeeld de jongeren. De situatie moet betrokken worden op het individu, zodat de risico’s voor hem/haar specifiek concreet worden het nut van de maatregelen – en bijgevolg zijn/haar essentiële bijdrage tot de maatschappij door die regels te respecteren –tastbaar wordt. En om zo te vermijden dat wij “als Belgenvolkje” onze typische, eigen interpretatie aan de regels geven.

Installeren van een systematische alertheid a.d.h.v. een  ‘verkeerslichtenaanpak’

De toekomst rond corona mag dan wel onzeker zijn, een ding staat vast: de pandemie is nog niet voorbij. Het virus zal onze maatschappij nog een hele tijd beheersen en kan bovendien zelfs een tweede golf kennen. Waakzaamheid is met andere woorden nog steeds geboden. De coronacommunicatie moet dan ook het ‘nieuwe normaal’ waarin we ons bevinden, benadrukken, zodat men bewust blijft van de corona-dreiging. Maar wat is dat, het ‘nieuwe normaal’ in Vlaanderen en België? Vandaag blijkt het kader daarrond onduidelijk en bestaat hierrond nog veel discussie waardoor het concept voor de burger niet voelbaar is. Cruciaal is dan ook om dit nieuwe normaal helder te definiëren en te communiceren. Daarvoor is het noodzakelijk dat het hoogste beslissingsorgaan een standpunt inneemt rond relevante coronathema’s, ook diegene waarrond veel controverse bestaat, zoals bijvoorbeeld de contact tracing.

Eens het kader van de ‘nieuwe’ samenleving er staat, is een vorm van permanente alertheid rond de situatie de volgende elementaire stap om het coronabewustzijn bij de bevolking levend te houden. Er dient op een systematische, speelse maar toch dwingende manier gecommuniceerd te worden over het nieuwe normaal. Zodat het bewustzijn van de pandemie-dreiging aanwezig blijft en men niet in oude gewoonten vervalt. Alleen zo kunnen we de situatie onder controle houden, ons land voorbereiden op een mogelijke heropflakkering en ook draagvlak creëren voor een eventuele nieuwe verstrenging van de maatregelen.

Een zogenoemde ‘verkeerslichtenaanpak’ kan een goede leidraad zijn voor deze coronacommunicatie. Als we erin slagen om de vier fases van verkeerslichten – groen, geel, oranje of rood – goed af te bakenen, te definiëren en helder uit te leggen wat ze voor eenieder impliceren, dan zijn we goed op weg. Zeker als die verkeerslichten gecoördineerd worden door een sterke instantie die een eenduidige visie en vertrouwen uitstraalt.

Top